Danielle Lemaire – Twee kapiteins op één schip
Al heel jong was ik me ervan bewust dat ik de baas zou kunnen zijn over mijn eigen leven. Mijn moeder en mijn beide oma’s waren en zijn sterke, uitgesproken vrouwen en ik denk dat ik hun kracht heb geërfd. Ik groeide op in een bi-cultureel gezin. Mijn vader kwam als jongen met de repatriëring vanuit Nederlands-Indië naar Nederland en werd met het gezin in een klein huisje in de periferie van Breda geplaatst. Mijn Nederlandse moeder leerde mijn vader kennen in het dorpse uitgaansleven. Omdat mijn vader een kleur had kreeg hij in het dorp en bij mijn moeder thuis soms te maken met discriminatie. Dit kwam goed toen mijn ouders gingen trouwen. Mijn vader vond het belangrijk om zijn kinderen, mijn broer en mij, te laten zien waar hij vandaan kwam en zodra we groot genoeg waren, gingen we met ons gezin op reis naar Indonesië. Deze reis en met name latere reizen na de dood van mijn vader zijn een grote inspiratie geweest voor mijn werk.
Ik had een fijne jeugd, maar er waren zeker ook uitdagingen: ik had op de basisschool mijn eerste ervaring met grensoverschrijdend gedrag. Zo waren er jongens die aan me zaten, ik was ‘vroegrijp’. Later kreeg ik te maken met serieus seksueel grensoverschrijdend gedrag en toen ik eindelijk de moed had om het mijn moeder te vertellen heeft ze me volledig gesteund en geholpen om het te beëindigen. Het heeft me gelukkig niet belemmerd in mijn verdere leven. Waarschijnlijk heeft dat te maken met dezelfde autonome kracht die ik vanaf dat ik klein ben al in me voel. Ik besloot geen slachtoffer te zijn, van welke situatie dan ook.
Ik wist al heel jong dat ik kunstenaar wilde worden. Ik kan me niet anders herinneren dan dat ik altijd en overal aan het tekenen was. Ik maakte stripboeken die gingen over machtsverhoudingen tussen meisjes en het tekenen hielp me om te gaan met pesterijen waarmee ik te maken kreeg. Ik wilde ook lerares worden en ik heb nog foto’s waar ik als klein meisje mijn broertje aan het onderwijzen ben. Mijn vader, die illustrator was, volgde met belangstelling mijn ontwikkeling toen ik naar de kunstacademie ging.

Op de academie raakte ik gefascineerd door het werk van Cindy Sherman en nog meer door Marilyn Monroe. Zij was een vrouw met een grote -miskende- intelligentie die aan stond als de camera ging draaien maar daarbuiten een eenzaam muisje was. De fotografie-docent gaf in het derde jaar aan alle studenten een individuele opdracht en voor mij had hij bedacht: ‘Hoe mooi ben jij?’ Ik stortte me volledig op die opdracht, maakte foto’s en video’s van mezelf, speelde rollen en kwam verkleed als Marilyn Monroe naar school. Ik wilde testen of mannen op mij zouden reageren zoals er vroeger op Marilyn was gereageerd. Ik liet de sexy foto’s die ik van mezelf maakte zien aan docenten omdat ik het idee had dat er op een volwassen manier naar gekeken werd, maar ik ontdekte dat dat vaak niet het geval was. De reacties van docenten varieerden: van kokhalzende bewegingen in het voorbijgaan tot iemand die me thuis belde en probeerde te verleiden. Uiteindelijk heb ik die laatste docent een nette brief geschreven waarin ik hem mijn perspectief heb uitgelegd en hem geholpen met het zijne. Ik reageerde in dit soort situaties nooit vanuit wraakgevoelens maar altijd vanuit het idee die ander inzicht te geven in zijn eigen grensoverschrijdende gedrag. Deze aanpak werkte goed want ik kreeg excuses en respect.
Er was één docent die me al eerder was opgevallen en die in zijn reactie op mijn werk ver boven de andere docenten uitstak. Hij duidde mijn performances als een vorm van tekeningen maken. Ik vond zijn idee om de mogelijkheden van het medium tekenen te incorporeren in andere media en samen te laten vloeien, heel interessant. Vanaf dat moment voerden we fijne gesprekken, hij was als een soulmate en begreep waar ik mee bezig was. Zo stapte Jan, mijn huidige echtgenoot, in mijn leven. Hij was in die tijd nog getrouwd en had een gezin met jonge kinderen. De relatie die tussen ons ontstond, was ingewikkeld omdat ik in mijn eindexamenjaar zat en hij mijn docent was. Ik voelde heel sterk dat, als ik met hem verder zou gaan, mijn en ons verdere leven in het teken van de kunst zouden staan. Ik wilde het liefst meteen trouwen en kinderen krijgen, maar hij zat midden in een scheiding en had wel wat anders aan zijn hoofd. Hij zei: ‘Zorg voor jezelf en maak kunst’. Dat was zijn vorm van liefde.
Ik heb mannen nooit als een blokkade voor mijn carrière gezien
Na het afstuderen ging ik fanatiek aan het werk en legde ik de basis voor mijn nieuwe leven als kunstenaar. Kunst was mijn eerste houvast en altijd aanwezige partner. Na een jaar had ik een galerie, ik vroeg met succes beurzen aan, bezocht veel openingen en had actief contact met andere kunstenaars. Via Jan kwam ik op allerlei plekken in de kunstwereld, ook bij verzamelaars thuis. Omdat ik nog zo jong was, kon ik niet in alle situaties op niveau meepraten en voelde me niet altijd op mijn plek. Op die momenten speelde het leeftijds- en ervaring verschil wel. Het was fijn en bijzonder dat ik met Jan mijn eigen privédocent dichtbij had. Het adviseren en reflecteren op elkaars praktijk komt inmiddels al vele jaren van twee kanten, ik ben net zo goed zijn docent als andersom. Wat we delen is dat we beiden goed en eigenstandig geworteld zijn in het leven en in ons werk en van daaruit anderen kunnen helpen. Het gebeurt regelmatig dat we jonge kunstenaars adviseren, zonder te zeggen hoe het moet.
Het mooie van een duurzame relatie is dat je uit de bocht kunt vliegen en de ander nog steeds achter je staat: dit voelt als een kosmische ruimte. We houden onze werelden tot op zekere hoogte gescheiden, die zuiverheid in kunst en leven vind ik heel belangrijk. Sinds een aantal jaar wonen we in hetzelfde ateliercomplex, maar niet in hetzelfde huis. Op die manier werkt het voor ons. We zijn als twee kapiteins op één schip. Onze relatie blijft spannend omdat we geen vaste vorm aannemen. Dat ik uiteindelijk nooit kinderen heb gekregen, zie ik wel als een offer, maar daar tegenover staat een vrijheid die ik zelf kan invullen, bijvoorbeeld voor het maken van reizen of kunstprojecten in het buitenland.
Ik heb mannen nooit als een blokkade voor mijn carrière gezien. Misschien komt dat doordat mijn man mij onvoorwaardelijk heeft gesteund en mij laat zijn wie ik ben.
Ik heb me altijd sterk gevoeld ten opzichte van mannen en had sowieso niet het gevoel dat er een mannelijk overwicht was in mijn wereld. Als je in bepaalde situaties waar de machtsverhoudingen niet gelijk liggen eenmaal weet waar hun gevoelige plek zit, kun je veel voor elkaar krijgen. De generatie feministen voor mij heeft de weg voor vrouwen geplaveid op het vlak van filosofie, kunst en maatschappij. Het is goed dat er nu expliciet aandacht is voor vrouwelijke kunstenaars en ik draag daaraan bij door zelf het podium te nemen. Ik ga in mijn visie op het leven uit van de gelijkheid tussen man en vrouw. Beseffend dat deze wereldwijd lang niet gelijk is, kaart ik de verhouding vaak aan in mijn werk. In mijn tekeningen wil ik een lans breken voor onderdrukte vrouwen in Nederlands-Indië, die ik vanuit mijn Indische achtergrond als mijn zusjes beschouw. In boeken uit de koloniale tijd worden deze vrouwen door de witte kolonisten vaak geportretteerd als leuke, mooie meisjes, gezellig babbelend aan het werk terwijl ze in de realiteit als dwangarbeidsters op het land moesten werken. Er zijn zoveel vrouwen onzichtbaar geweest in die koloniale periode, in mijn tekeningen toon ik ze als krachtige personen.

Terugkijkend ben ik heel tevreden en dankbaar over hoe mijn carrière tot nog toe is verlopen. Vanzelfsprekend zijn er aspecten waar ik minder blij mee ben: ik heb geen vaste galerie en voor grote tentoonstellingen of beurzen die over tekenen gaan word ik niet gevraagd. Maar ik ben een laatbloeier en vertrouw erop dat deze route bij me past. Ik wil niet slijmen bij mensen met een bepaalde machtspositie in de kunst omdat ze mogelijk iets voor mij zouden kunnen betekenen maar stap alleen op iemand af als ik een klik met iemand voel. Het gaat me goed af om met een open houding mensen te vragen of ze eens langskomen op mijn atelier. Natuurlijk kun je dan een afwijzing krijgen, maar wat heb je te verliezen? Tenzij je je gedraagt als een olifant in een porseleinkast ligt een afwijzing niet aan jou.
De fijnste fase van mijn kunstenaarschap speelt zich nu af, omdat ik het punt heb bereikt dat er dingen naar me toe komen waar al jaren geleden zaadjes voor zijn geplant. Ik heb momenten dat ik haast voel in het werk maar dat probeer ik te onderdrukken. Nu het zo slecht gaat in de wereld is het mijn levensmissie om mooie dingen tegenover de lelijkheid te zetten. Het leven is kort, dus het is doorwerken geblazen!
mei 2025
https://www.daniellelemaire.nl/