Lily de Bruijn (1956) – De zachte route

Er is een familie-anekdote over het moment dat ik geboren werd. Mijn vader had een atelier gebouwd voor kunstenaar Wim Schütz en had daarmee 80 gulden verdiend. Daarvan kocht hij een kunstwerk van Schütz terwijl mijn moeder dringend luiers nodig had!

Mijn geschiedenis heeft me gevormd tot het zorgen voor anderen en me bekwamen in textiel:  op de nonnenschool leerde ik als tienjarige een tafelkleed met 100 roosjes te borduren. Mijn broers studeerden binnenhuisarchitectuur aan de kunstacademie en mijn oom gaf er les. Ik mocht niet naar de academie. Het argument was dat ik in mijn eigen levensonderhoud moest kunnen voorzien, dus mogelijk was het een emancipatorische keuze. Ik ben hier nooit boos om geweest, het werd gewoon ‘die andere academie’. Daar zaten ook getalenteerde mensen.

Op de eerstegraads lerarenopleiding beeldende kunst specialiseerde ik me in ruimtelijk werken. Vakken als pedagogiek, didactiek en kunstgeschiedenis volgde ik met veel plezier, maar mijn hoofddoel was toch om kunstenaar te worden. Tijdens een stage op een middelbare school ben ik compleet onderuit gegaan. Het werd me ineens heel duidelijk dat ik werd opgeleid om les te geven en niet om kunstenaar te zijn. Met dit dilemma ging ik later naar een levensschool. Daar zeiden ze: ‘Als je iets wil betekenen voor de wereld en je kan goed lesgeven, doe dat dan.’ Na mijn examen verhuisde ik naar Amsterdam. Ik had een baan in het onderwijs en de resterende tijd kon ik aan mijn kunst besteden. Het voelde goed om mijn eigen leven vorm te kunnen geven. 

Peru
Toen ik 26 jaar was, raakte ik zwanger van mijn huidige man. Hij woonde in Rotterdam, ik in Amsterdam. Nadat ik was bevallen van onze dochter is hij een dag minder gaan werken om er voor ons te kunnen zijn. Een half jaar later werd hij voor zijn werk uitgezonden naar Peru. We kenden elkaar nog nauwelijks, maar ik ben toch meegegaan omdat het voor mij belangrijk was om als gezin samen te blijven. Ik zag het als een kans en dacht dat het mijn kunstenaarschap zou voeden. In Peru kon ik iedere dag werken omdat ik huishoudelijke hulp kreeg. Omdat mijn man veel werkte, was ik veel alleen en dat voelde soms eenzaam, zeker toen mijn kind ziek werd en ik met haar voor enkele maanden terug moest naar Nederland.

Mensen zonder levenselixer kun je niet redden.

Later gingen we voor drie jaar naar Indonesië omdat mijn man opnieuw werd uitgezonden. Ik beviel er van mijn tweede dochter. Het was een ingewikkelde tijd omdat ik moeite had met de nog heersende koloniale machtsverhoudingen. Indonesië was het land waar mijn vader twee jaar in dienst was geweest en waar hij altijd over gezwegen heeft. Mijn kunst gaf me rust en een richting. Het was een productieve periode waarin ik veel werk kon maken, lesgaf en exposeerde. Meegaan naar het buitenland betekent dat je alles moet opgeven, maar je leert jezelf mee te nemen. Ik had een kleine community opgebouwd, maar als je vertrekt is het weg. Dat had ik ook al in Peru ervaren. Toen ik terugkeerde, zag ik geen toekomst meer voor mezelf. Ik was jarenlang vooral volgend geweest in het leven van anderen, had geen eigenwaarde, geen visie op hoe ik het zou willen. Ik belandde in een therapeutisch traject met een burn-out die te maken had met het patriarchale systeem en de issues die speelden tussen mij en mijn partner. Er is altijd een spanningsveld tussen ons geweest. Hij had te weinig oog voor wat ik deed om het systeem mogelijk te maken. Hij heeft ooit gezegd: ‘Als jij jezelf wil neerzetten, dan moet je dat gewoon doen.’ Maar ik had hem daar bij nodig, ik kon dat niet alleen. Ik had geen grootse plannen voor mezelf, maar met meer solidariteit was het respectvoller geweest. Ik zag het niet als investeren in een carrière, maar als mensen die elkaar inspireren. 

Victor Frankl
Het werk van neuroloog en psychiater Victor Frankl leerde me dat als je een richting hebt of een plan voor de toekomst, je meer overlevingskansen hebt. Mensen zonder levenselixer kun je niet redden. Ik zal nooit meer zo diep gaan dat ik mijn eigen lichaam niet meer in kan. Tijdens mijn burn-out wilde ik dood, kon niet meer ademen. Het heeft jaren geduurd om weer op te klimmen. Als er teveel druk is, gaat het mis. Ik wil geen competitie, mijn werk wordt daar niet beter van. Ik heb geleerd om mijn hart te volgen. Als het nu anders loopt dan ik wil, dan beweeg ik mee. Dat is mijn survival-modus. Ik volg nu de zachte route. 

Ik heb een innerlijke drive om met kunst bezig te zijn, maar voel me geen grandioze kunstenaar. Kunst is noodzakelijk om het leven waardevol te maken en ik kan me een leven zonder niet voorstellen. Ik heb nooit moeite gedaan om heel zichtbaar te zijn in de officiële kunstwereld: dat stuk was niet voor mij, maar ik heb wel altijd mijn werk getoond op andere, vaak meer informele plekken. Ik vind het bijzonder als mensen mijn werk een plek geven in hun huis. Laatst verkocht ik een beeld aan iemand die het vastpakte zoals ik het ook gemaakt had. Een koper die het werk begrijpt is me veel waard.

Op sommige momenten stond het moederschap in de weg van mijn ontwikkeling als kunstenaar. Als ik een groot werk wilde maken, kwamen vaak de kinderen tussendoor. Ik werd daar onrustig van maar heb daardoor geleerd om alle momenten te pakken voor het werk. In de periode dat ze op school zaten, heb ik arbeidsintensieve werken gemaakt. Ik heb een weeftechniek ontwikkeld die volgens mij voor de keramiek niet onbelangrijk is en die ik graag had doorgegeven. Ik had ook graag een werkperiode bij het EKWC gedaan, maar het gezinsleven weerhield me. Het was onmogelijk om uit een systeem te stappen dat functioneerde dankzij mij. 

Het kunstenaarschap gaat altijd door, maar enkele jaren geleden heb ik afscheid genomen van mijn docentschap. Ik moet eerlijk bekennen, dat ik veel te weinig vrouwelijke kunstenaars in het licht heb gezet. Als ik kijk naar kunstenaars als Alice Neel of Paula Rego, hoe zij het doen, godverdomme, die gaan echt met de billen bloot. Bij mij zit er toch nog een laag tussen. Ik ben wel trots hoor op de vrouwen! Het laatste jaar probeerde ik meer vrouwelijke kunstenaars in het lesprogramma te brengen maar dat had veel eerder gemoeten. Ik heb met ontzettend veel plezier lesgegeven, mensen kunnen begeleiden in hun eigen proces, kunnen luisteren en ze een zetje kunnen geven. Studenten beseffen niet hoeveel kennis, ervaring en fijnmazige aandacht er in lesgeven zit. Ik zie nu eindelijk in dat een les maken en het overdragen ook kunst kan zijn. Dat besef is helend!

oktober 2023

Scroll naar boven