Lola Diaz Cantoni – Beweging creëert beweging

Het belangrijkste feest voor Argentijnse meisjes is de vijftiende verjaardag; deze markeert de symbolische overgang van meisje naar vrouw. Toen ik vijftien werd gaven mijn ouders me een analoog fototoestel en een fotografiecursus cadeau en ik raakte geobsedeerd door fotografie als medium en het in beeld brengen van mensen.

Ik ben geboren in Argentinië en groeide op in een artistiek nest waar veel docenten, kunstenaars en vormgevers over de vloer kwamen. We brachten veel tijd samen door, bezochten theatervoorstellingen en exposities. Mijn ouders hadden een grote vriendengroep en het was gebruikelijk dat mensen bleven eten. Het is niet toevallig dat de sociale aspecten van eten een grote rol in mijn werk zijn gaan spelen. Mijn moeder had al een goedlopende praktijk in logopedie maar besloot om een tweede studie aan de kunstacademie te doen. Toen ze zwanger raakte van mij, moest ze tot haar grote spijt stoppen. Dit vertelde ze me toen ik zelf begon aan mijn studie en het voelde daarom alsof het onvermijdelijk was dat ik ook de kunst in zou gaan. 

‘El sabor de la memoria’ performance met Maria Elena Cantoni tijdens DIHAN. Foto: Marinus Augustijn

Omdat ik geïnteresseerd was in de visuele aspecten van communicatie besloot ik Artistic Direction te gaan studeren. De nadruk op marketing bleek niet bij mij te passen. Wat me wel interesseerde, waren de lessen kunstgeschiedenis van de bekende Argentijnse schilder Germán Gargano. Zijn lessen brachten me op het idee om naar de kunstacademie te gaan en ik zag Europa, het continent van Rembrandt en de Mona Lisa als de uitgelezen plek daarvoor. Ik vertrok eerst als au pair naar Engeland om me te oriënteren op Europa en toen ik kennissen in Amsterdam bezocht, werd ik verliefd op die stad. Ik besloot in Nederland te studeren, maar niet alle Nederlandse academies waren toegankelijk voor Engelssprekende studenten. Op Minerva in Groningen, waar de helft van de studenten internationaal was, voelde ik me direct thuis. Ik startte in 2015 toen de opleiding fine arts volledig Engelstalig was. Je kon er wekelijks mee eten met het Minerva-diner, dat Klaas Kloosterboer, de docent metaalbewerking samen met een groep studenten kookte. Dit creëerde een groot community gevoel, iets dat de studie in Groningen sowieso kenmerkt: weinig concurrentie en veel support.

In Argentinië heeft kunst een andere status en dynamiek, in mijn beleving is het kunstonderwijs er traditioneel en voornamelijk gericht op schilderen en beeldhouwen. De academies in Nederland, met al haar keuzemogelijkheden, voelden voor mij als een paradijs. In het eerste jaar maakte ik kennis met performance en videokunst en raakte geïnteresseerd in fluxus: een kunststroming die ontstond in de jaren zestig en kunst en dagelijks leven dichter bij elkaar wilde brengen. Het was inspirerend om te ontdekken dat kunst niet alleen in het museum of de white cube kon plaatsvinden maar ook gewoon op straat. 

Wacht niet tot je diploma om jezelf kunstenaar te noemen.

Wat ook nieuw voor me was, is dat je niet afwacht tot je gevoed wordt met informatie maar dat je pro-actief en zelfstandig moet werken. Die manier van leren bleek goed bij me te passen. In mijn eerste jaar op de academie werd er een uitwisseling georganiseerd met een Universiteit in Uganda voor uitsluitend tweede- en derdejaars studenten. Omdat het thema naadloos aansloot bij mijn interesses besloot ik me, ondanks dat ik eerstejaars was, toch aan te melden. Ik werd geselecteerd voor dit project en aan het einde van het traject mocht ik met enkele andere studenten in Uganda een tentoonstelling maken. Dit liep als een rode draad door mijn studie; door zelf het initiatief te nemen kwam ik op plekken die in eerste instantie niet toegankelijk leken. In het derde jaar raakte ik betrokken bij KLAP, een studenteninitiatief dat buiten de academie tentoonstellingen en lezingen organiseerde. We bedachten vooral dingen die we misten in onze studie. Na een tijdje merkte de academie ons op en gaf ons het budget om een samenwerkingsproject aan te gaan met een kunstacademie in Vietnam. Zo ben ik tijdens mijn studie ook nog naar Vietnam gereisd. 

Nu ik zelf docent ben, geef ik dat ook aan mijn studenten mee: beweging creëert beweging. Wees actief, vooral tijdens je studie. Wacht niet tot je diploma om jezelf kunstenaar te noemen. Door deze houding verliep mijn introductie in het werkveld na mijn afstuderen soepel. Na mijn afstuderen in 2019 vroeg de academie me om les te komen geven. Vanaf het tweede jaar gaf ik al les aan studenten en dat mocht ik nu betaald voortzetten. Naast mijn docentschap werk ik veel voor culturele instanties in Groningen en Leeuwarden. Ik zie mezelf inmiddels als een kunstenaar/facilitator. Een groot gedeelte van mijn inkomen haal ik uit het coördineren van projecten. Een half jaar na mijn afstuderen brak de coronapandemie uit en veel van mijn werkzaamheden moesten vanaf dat moment online. Het bleek een moment voor reflectie: Ik kwam erachter dat ik door mijn werk voor anderen nauwelijks tijd had voor het ontwikkelen van mijn eigen artistieke praktijk. Met succes vroeg ik bij het Mondriaanfonds een beurs aan. Zo kon ik eindelijk meer tijd in mijn eigen studio doorbrengen en is er meer balans in mijn kunstenaarspraktijk gekomen.

Voor mij zit succes in het bereiken van andere mensen en het toegankelijk maken van kunst. In mijn werk wil ik betekenisvolle ontmoetingen, gesprekken en ervaringen creëren. Tijdens een residentie in Zweden in 2023 besloot ik mijn interesse in food practices een grotere rol te laten spelen in mijn artistieke praktijk, projecten en samenwerkingen. Eten brengt me terug naar mijn jeugd in Argentinië waar het een grote impact heeft op sociaal-maatschappelijke relaties. In mei 2023 startte ik het kunstcollectief E.A.T. dat inmiddels uit een wisselende groep van circa tien kunstenaars bestaat, afhankelijk van het project. We onderzoeken samen hoe eten op verrassende en vernieuwende manieren betekenis kan toevoegen aan kunst. Vooral in kunstenaarsinitiatieven is er ruimte en waardering voor onze manier van werken. Soms voel ik de afstand ten opzichte van de highbrow kunstwereld. Vrouwelijke waarden als zachtheid, zorgzaamheid en aandacht zijn de kernelementen van mijn praktijk. Ik maak mee dat het werk hierdoor af en toe gezien wordt als naïef of mensen menen dat de intellectuele diepgang ontbreekt.

Groningen is in de afgelopen jaren een internationale stad geworden, maar de nieuwe maatregelen om te bezuinigen op onderwijs en om internationale studenten te weren baren me zorgen. Ik zie juist grote voordelen van internationaal opereren en het openstellen van onze eigen wereld voor anderen. Er gebeurt in het noorden veel op cultureel vlak en er zijn genoeg interessante projecten voor me, maar ik zie helaas wel dat de verbinding met de rest van het land ontbreekt. Dit is merkbaar in hoe anderen je benaderen als ze horen dat je uit Groningen komt: alsof je een wereldreis hebt gemaakt. En subsidies worden niet eerlijk over het land verdeeld; er is de afgelopen jaren minder geld uitgedeeld in het noorden dan in de rest van het land. Ik hoor van collega’s dat het moeilijk is om zonder middelen een goed cv met expositieplekken door het hele land op te bouwen. Zonder dat cv kom je niet in aanmerking voor landelijke subsidies. Gelukkig zien steeds meer subsidieverstrekkers dat de verdeling eerlijker kan. Ik vind het belangrijk om me bezig te houden met hoe we talent hier kunnen houden en mensen uit andere delen van het land kunnen verleiden om naar het Noorden te komen. Het wordt tijd voor een ander verhaal over Groningen: er gebeurt hier ontzettend veel en het is dichterbij dan je denkt!

januari 2025

loladiazcantoni.com

Scroll naar boven