Maartje Korstanje (1982) – Het zijn de vrouwen die me inspireren
Ik ben opgevoed met veel aandacht voor gezond eten en leven. Mijn ouders hadden een antroposofische levensvisie en stuurden me naar de Vrije school waar vakken als tekenen en schilderen een vanzelfsprekend onderdeel waren van het schoolprogramma. De waarde van kunst, natuur en handwerk werd altijd gezien en dat heeft me gevormd. Ik heb mijzelf nooit kunnen vinden in de antroposofie maar ik omarm het idee van circulair leven en dicht bij de natuur staan.
Vanaf het moment dat ik wist dat er een kunstacademie bestond, wilde ik kunstenaar worden; dat was in de tweede klas van de middelbare school. Van mijn tekendocent ontving ik een beurs om 10 gratis lessen bij een kunstcentrum te volgen. Daar kreeg ik les van een kunstenaar en ontdekte ik dat het mogelijk was om een voorbereidend traject te volgen voor de kunstacademie. Vanaf dat moment werd dat mijn focus.
Ik koos voor de academie in Breda omdat het was gehuisvest in een oud klooster in een bos buiten de stad. De rust, sereniteit en de aandacht voor het ambacht die daar heerste spraken me aan. Het was voor een verlegen iemand als ik, lastig om aansluiting te vinden met zowel de stad als de mensen. Ik kom uit het gereformeerde deel van Zeeland en dat contrasteerde met de bourgondische cultuur van Brabant. Ik had verwacht alleen maar vrije geesten te ontmoeten op de academie maar ontdekte dat veel mensen toch in hokjes dachten en aan groepsvorming deden. Ik heb er qua werk een hele goede tijd gehad en van docenten geleerd hoe ik met mijn handen moet werken. Ik koos voor beeldhouwen omdat dat de minst rigide afdeling was en ik de mogelijkheid had om me zo breed mogelijk te ontwikkelen. Na het experimenteren met stugge en zware materialen vond ik langzaam een vorm van beeldhouwen die bij mij paste. De doorbraak kwam toen ik papier-maché ontdekte.
Sandberg
Tijdens de eindexpositie werd ik gescout door iemand van het Sandberg Instituut, de post-academische tak van de Rietveld Academie. Eénmaal aangenomen en gesetteld in Amsterdam bevond ik me vanaf het begin tussen gelijkgestemden. Door de diversiteit in de stad voelde ik me vrijer en had eindelijk het gevoel dat ik er mocht zijn. Het had vast ook te maken met mijn genderidentiteit, ik heb lang gedaan over deze zoektocht. In Amsterdam was men vrijer en ruimdenkender waardoor ik het onderzoek aan durfde te gaan. Ik voelde me omarmd door de stad en de mensen.
Op het Sandberg Instituut was er goede begeleiding in hoe je over je werk praat en hoe je je verhoudt tot de kunstwereld. In de zomer na het eerste jaar reageerde ik op een open call voor de Prix de Rome. Ik werd tegen alle verwachting in genomineerd en mocht drie maanden werken aan nieuw werk voor de tentoonstelling in een atelier op de Rijksakademie. Terwijl ik met mijn aanmelding voor de Prix de Rome eigenlijk alleen maar feedback op mijn werk verwachtte, belandde ik in een waanzinnige rollercoaster. De directeur van het Sandberg Instituut, Jos Houweling, heeft mij vanaf dat moment onder zijn hoede genomen en me voorbereid op de jurering. Uiteindelijk behaalde ik een gedeelde derde en vierde plaats. Ik stond van de een op de andere dag volop in de spotlight, galeriehouders wilden koffie met me drinken, deuren gingen voor me open en mijn werk werd getoond op beurzen. Ineens was er geld en kon ik leven van de verkoop van mijn werk. Ik belandde van een studerend leven in een kunstenaarsleven.
De galeriewereld is de enige plek waarin ik heb gemerkt dat het uitmaakt of je een man of een vrouw bent.
Ik was heel blij met de zichtbaarheid van mijn werk maar je ontkomt er niet aan dat je er ook als persoon iets mee moet. Ik vond het lastig om naar buiten te treden. De galeriewereld is een wereld apart. Het is de enige plek waarin ik heb gemerkt dat het uitmaakt of je een man of een vrouw bent. Ik maakte ook minder fijne dingen mee, zoals galeriehouders die met je uit eten willen en dan net iets te opdringerig zijn. Gelukkig heb ik me altijd verre kunnen houden van ongewenste fysieke ervaringen. Ik ben van nature niet iemand die alle feestjes afloopt, dat maakte het makkelijker om nee te zeggen. Die hele cultuur van uit eten gaan en elkaar innig omhelzen past niet bij mij, ik houd het liever professioneel en zakelijk. Gelukkig vond ik in Upstream Gallery een heel fijne partner. Ze hebben me heel goed begeleid want zelfs na een Master is er nog zoveel te leren over de kunstwereld: wat doe je wel, wat doe je niet, wat kun je vragen voor je werk? Vooral in het begin van mijn kunstenaarschap was het fijn om een extra paar ogen te hebben die meekeken.
Ik heb veel te danken aan oudere kunstenaars, zoals Ad de Jong, die gastlessen gaf op het Sandberg Instituut. Hij was altijd bereid om jonge kunstenaars verder te helpen. Tijdens de eerste jaren van mijn kunstenaarschap ging ik bij hem langs met vragen die ik had. Omdat ik al jong succes had waren er weinig leeftijdsgenoten met wie ik kon sparren over deze kwesties. Ik ben terugkijkend vooral door mannen geholpen in mijn carrière, maar het zijn de vrouwen die me inspireren. Ik bewonder het werk van Louise de Bourgeois en Berlinde de Bruyckere die beiden werk maken met een supersterke kern. Het gaat over levenskracht en kwetsbaarheid, verzorgen en verbinden. Die positieve krachten inspireren me en zie ik vooral in het werk van vrouwen. In het werk van mannelijke kunstenaars lijkt het relatief vaker over destructieve krachten te gaan.
Viervaart
Nadat ik jaren in Amsterdam had gewerkt, miste ik het om dichtbij de natuur te leven. Er deed zich een moment voor dat mijn ouders andere woonruimte zochten in Zeeland en dat zag ik als een kans om onze krachten te bundelen en mijn ambities waar te maken. Ik woon nu met mijn vriendin en mijn ouders op een voormalig boerenerf met kleine boomgaard en grote groententuin, in het prachtige buitengebied van Zeeuws-Vlaanderen. We runnen samen een bedrijf dat bestaat uit camping Viervaart en een tentoonstellingsruimte waarvoor we o.a. kunstenaars uitnodigen voor een residentie traject. We werken hierin samen met het Mondriaanfonds en selecteren de kunstenaars op basis van onze visie. We zien graag dat de kunstenaars een verbinding aangaan met VierVaart en het omringende landschap en de grensstreek, of dat het werk anderszins geworteld is ter plaatse. Dit levert een mooie wisselwerking op tussen mensen uit de kunstwereld en campinggasten die vaak geen directe of vanzelfsprekende toegang hebben tot kunst.
De toestand van de aarde heb ik me altijd al aangetrokken en ik vind het belangrijk om hierin het goede te doen. In het begin van mijn carrière heb ik dat een minder grote rol laten spelen want ik wilde me vrij kunnen ontwikkelen en experimenteren met materialen. Het werken met kunststoffen hoorde daar bij. Vanaf het moment dat ik verhuisd ben naar Zeeuws-Vlaanderen werk ik alleen nog met natuurlijke materialen. Mijn footprint als kunstenaar is iets dat ik serieus neem. Voor een succesvolle kunstenaar is dit een enorme uitdaging. Je produceert continu werk en er wordt van je verwacht dat je steeds iets nieuws laat zien. Ik weeg steeds opnieuw af of ik iets nieuws ga maken of dat ik oud werk recycle; of ik wel of geen werk maak als er geen directe aanleiding is, of ik met karton werk of met klei, wat weer veel energie kost om te stoken.
Nu ik meer afgelegen woon kom ik de mensen uit de kunstwereld niet meer zo vaak terloops tegen en is het moeilijker om mijn netwerk te onderhouden. Sommige mensen dachten dat mijn carrière voorbij zou zijn als ik Amsterdam zou verlaten. Ik werk op dit moment al enkele jaren zonder galerie. Voor je zichtbaarheid is het goed om een vaste galerie te hebben, maar tot nog toe gaat het goed zonder. Eerlijk gezegd doe ik helemaal niets aan het onderhouden van mijn succes. Het is na het winnen van de Prix de Rome tien jaar onafgebroken druk geweest. Dat zorgde een hele periode voor sociale angsten en te veel stress. In die rollercoaster van het vroege succes heb ik minder mijn eigen keuzes kunnen maken, daarom is het nu belangrijk om mijn eigen pad te bepalen. Sinds ik in Zeeuws-Vlaanderen woon is er meer rust gekomen. Ik vind het fijn dat mijn carrière in een natuurlijker tempo verloopt. Op de lange termijn past dat beter bij mij.
februari 2024