Shani Leseman (1996) – De waarde van het kleine en het zachte
Van kleins af aan wilde ik al kunstenaar worden. We hadden thuis een schilderij van een straatkunstenaar dat mijn beeld van het kunstenaarschap kleurde. Pas later tijdens mijn opleiding kreeg ik een realistisch beeld van het beroep kunstenaar. Ik kom uit een gezin met zeven kinderen. Onze ouders lieten ons vrij in het volgen van onze interesses en moedigden ons aan om te doen wat we leuk vonden. Ze stimuleerden mij om me aan te melden voor de vooropleiding van de kunstacademie.
Ik was 17 jaar toen ik naar de academie ging. Ontzettend jong, maar dat vond ik toen natuurlijk niet. Ik heb er een hele leuke tijd gehad, voelde me er vrij, vond de lessen interessant en nam alles in me op als een spons. Omdat ik zo jong was had ik een relatief naïeve blik op wat er tijdens de academietijd gebeurde. Later, toen ik met een kritische blik terugkeek, realiseerde ik me dat er ook een negatieve kant aan zat. Ik begon in 2014 aan mijn bachelor op de KABK in Den Haag, ruim voor alle schandalen over grensoverschrijdend gedrag naar buiten kwamen. Er heerste in die tijd een cultuur waarin dit makkelijk plaats kon vinden en genormaliseerd werd. Er gebeurden dingen die ik toen voor gewoon aannam, maar achteraf gezien ongepast waren. Naarmate ik langer op de academie zat begon ik red flags duidelijker te herkennen en nam ik steeds meer afstand van feestjes of andere settings waarin studenten en al afgestudeerde kunstenaars samenkwamen en onveilige situaties konden ontstaan.
Mijn fijne tijd op de academie heeft alles te maken gehad met de afdeling waar ik studeerde. De verschillende afdelingen opereerden los van elkaar en hadden ieder een eigen cultuur. Ik zat op de schilder- en printmaking afdeling en kreeg vooral les van vrouwelijke docenten die ook het zachte en kleinere werk waardeerden. Op andere afdelingen, waaronder die van sculptuur, was het meer een boys club en het afbreken van studenten tijdens beoordelingen gangbaar. Niet alle docenten waren in staat om buiten hun eigen kunstenaarschap of discipline objectief naar het werk van studenten te kijken. Ik ervaarde de kritiek op mijn afdeling als opbouwend; we werden aangemoedigd en gestimuleerd. Ik heb onder andere les gekregen van Femmy Otten, Aukje Koks, Elly Strik, Frans Lampe en Paul van der Eerden. Hun opmerkingen hoor ik soms nog in mijn hoofd als ik aan het werk ben. Ze hebben mij echt gezien en me geleerd om het subtiele te waarderen.
Ik merk dat mijn vrouw-zijn invloed heeft op de manier waarop er naar mijn werk wordt gekeken
Op de academie merkte ik dat mijn vrouw-zijn invloed heeft op de manier waarop er naar mijn werk werd gekeken. Dat is iets wat ik inmiddels als vanzelfsprekend ervaar wanneer ik zelf bij presentatiemomenten van mijn werk aanwezig ben, maar toen echt heb moeten leren. Daarnaast heerste er een sterke macho-energie in de werkplaatsen op de academie. Dat leidde ertoe dat er niet voor alle werkwijzen of persoonlijkheden plek was: om gedaan te krijgen wat je wilde moest je je aanpassen of je verhouden tot hun energie. Als je ook maar iets van twijfel liet zien, werd je minder serieus genomen, terwijl je juist in de werkplaats vrij zou moeten voelen om te kunnen experimenteren.
In het jaar van mijn afstuderen hield ik me bezig met hoe magie en rituelen een rol spelen in het maken van kunstwerken. Mijn interesse voert terug naar mijn jeugd op Curaçao waar magie en rituelen meer aanwezig zijn dan hier. Ik ben daar geboren en heb er de eerste 10 jaar van mijn leven gewoond. De herinneringen aan die tijd blijven sterk. Ik ben nog zoekende naar de rol die Curaçao precies speelt in mijn werk, omdat ik denk dat magie iets is dat universeel aanwezig is.
Direct na mijn afstuderen had ik meerdere bijbaantjes en stond het tonen van mijn werk even op een lager pitje. In de Coronatijd vielen ineens de baantjes weg en had ik tijd om stappen te zetten. Ik zag mijn werk groeien. Een vriendin moedigde me aan om een subsidieaanvraag te doen en hielp me bij het schrijven. Toen mijn eerste aanvraag werd gehonoreerd was dat een enorme boost voor mijn kunstenaarspraktijk: tijd, een fijne ruimte en geld kunnen zoveel betekenen. Op dit moment kan ik zonder bijbaan leven van de kunst.
Veel van mijn vrienden zijn kunstenaar, we zijn allemaal bezig met de work-life-balance en de vraag: heb ik naast mijn werk ook nog een leven? Mijn niet-kunstenaars vrienden hebben dat beter voor elkaar, ze zijn na hun werk gewoon vrij, terwijl mijn werk altijd door gaat. Ik zie het kunstenaarschap niet alleen maar als werk, maar ook niet als mijn levensdoel. Succes is voor mij minder belangrijk. Het is fijn om waardering te krijgen voor mijn werk maar ik wil niet dat mijn geluk of plezier in het maken daarvan afhangt. Ik plan mijn carrière niet en heb mezelf geen doelen gesteld. Voor mij is de kunst geen eindpunt. Ik kan me goed voorstellen dat ik in de toekomst op een boerderij woon en mijn leven invul met het zorgen voor dieren. Ik vind het belangrijk om te luisteren naar andere dieren en als het nodig is voor ze op te komen. We delen de wereld en zouden op een gelijkwaardige manier met ze om moeten gaan. Zo help ik de stadsduiven die in ons afval verstrikt raken en organiseer ik in samenwerking met een bevriende kunstenaar workshops om ook anderen dit te leren. We maken publicaties en schilderijen over de verhalen die we tegenkomen en ik verkoop kunstwerken om organisaties te steunen die voor hun belangen opkomen.
Ik zie niet veel verschil in de carrièrekansen van mijzelf en die van mannelijke kunstenaars. Het is nu vanzelfsprekend dat vrouwen onderdeel zijn van exposities en hun werk op dezelfde waarde wordt geschat. Wat me opvalt is dat mannen over het algemeen makkelijker ruimte innemen of groter kunnen denken. Dominante, actieve of doelgerichte energie wordt beloond, timide of introvert zijn niet. Ik vind het belangrijk om te noemen dat ik het fijn vind om een vrouw te zijn. Vrouwelijke energie met eigenschappen als het intuïtieve en het fijngevoelige is voor mij heel waardevol, net als de verbondenheid met andere vrouwelijke kunstenaars. Mede doordat ik op de academie van vrouwelijke kunstenaars les kreeg, heb ik een stevige basis kunnen ontwikkelen en voel ik me in staat om mijn eigen pad te volgen.
April 2024